Orang-oetan

Orang-oetan

Latijnse naam Pongo pygmaeus

Leefgebied Aziƫ

Schouderhoogte 90 - 110 cm

Gewicht 35 - 90 kg

Draagtijd 8 maanden

Aantal jongen 1 per worp

IUCN bedreigingstatus Ernstig/kritiek bedreigd

Leeftijd maximaal 50 jaar

Voedsel vruchten, bladeren, knoppen en bloemen

De orang-oetan komt in het wild voor in Borneo en Sumatra. Daar leeft hij bijna alleen maar hoog in de bomen, hij komt zelden op de grond. Vruchten van de wurgvijg zijn z’n lievelingskostje, maar hij eet ook andere vruchten, zoals de doerian. Een mannetje en een vrouwtje zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden. De eerste heeft namelijk grote wangkwabben en een duidelijke keelzak. Bovendien is hij groter dan een vrouwtje. Ongeveer een keer in de vijf à zes jaar krijgt een vrouwtje een jong, dat bij haar blijft tot het op eigen benen kan staan. Pas als haar jong zelfstandig is, kan een vrouwtje een volgend jong krijgen. Een mannetjes-orang-oetan leeft meestal alleen. Vrouwtjes worden wel eens in kleine groepen gezien. De orang-oetan is de enige mensaap die in Azië voorkomt. De andere mensapen, Chimpansee, Bonobo en Gorilla, leven in Afrika.

Dit dier adopteren?

Tickets bestellen